‘Duurzame inzetbaarheid’: hippe term en modegril. Toch?

Duurzame inzetbaarheid is ‘hot’ in Arbo-land. Een trend van voorbijgaande aard? Of een ontwikkeling die serieus doorzet? In mijn komende blogs neem ik je mee in mijn visie op duurzame inzetbaarheid.

MOET IK MIJN PERSONEEL IN DIENST HOUDEN TOT AAN HUN PENSIOEN?

Nee. Dat betekent duurzame inzetbaarheid niet. Alhoewel veel mensen dat schijnen te denken, is mijn ervaring. Er zijn vele aannames en interpretaties rond de term. Maar volgens mij gaat het om het volgende.

WERKNEMERS MOETEN INZETBAAR BLIJVEN.

Dat is waar het om draait. Waarom? Vanwege twee grote veranderingen. Allereerst is de pensioengerechtigde leeftijd verhoogd van 65 naar 67 jaar. We moeten allemaal wat langer door kunnen blijven werken. Daarnaast verandert de wereld om ons heen steeds meer en steeds sneller. Dat vraagt flexibiliteit en wendbaarheid van zowel organisaties als werknemers.

WIENS VERANTWOORDELIJKHEID IS DAT?

Die van de werkgever? Of van de werknemer? Wat kun je doen om de inzetbaarheid van je personeel te ‘verduurzamen’? En hoe zorg je er zelf voor dat je meerwaarde houdt voor de organisatie waar je werkt?

VIJF BLOGS VOOR VIJF PIJLERS

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft vijf pijlers geformuleerd voor het vergroten van duurzame inzetbaarheid: gezondheid, betrokkenheid, werkplezier, ontwikkeling en fysieke belasting. In de komende vijf blogs sta ik stil bij elk van deze pijlers. Ik laat je zien wat jij als werkgever én als werknemer kunt doen om niet alleen met de dag te leven, maar ook te werken aan de toekomst. Duurzame inzetbaarheid is dus geen trend van voorbijgaande aard!

KUN JE NIET WACHTEN? EN BENIEUWD NAAR DE MOGELIJKHEDEN RONDOM DUURZAME INZETBAARHEID?

Neem dan contact met me op!

Deze blog is geschreven in samenwerking met Assist Verzuim en gepubliceerd op 2 september 2015.

Wat is beter? Ziek melden of verlof opnemen?

Want ziek is niet altijd echt ziek…

Bij Assist Verzuim krijgen we diverse ziekmeldingen binnen. Maar niet elke ziekmelding is een échte ziekmelding. Soms speelt er wat anders. En zou verlof opnemen een betere oplossing zijn. Er zijn verschillende soorten verlof: adoptieverlof, ouderschapsverlof, kraamverlof, kortdurend zorgverlof, calamiteitenverlof en langdurend zorgverlof. Graag leg ik een aantal voorbeelden uit de praktijk aan u voor.

PETRA HEEFT ZICH ZIEK GEMELD: EEN GRIEPJE! OF…

De inzetbaarheidsadviseur belt Petra. Op de achtergrond hoort die haar zoontje Tim van 2 huilen. In het gesprek blijkt al snel dat niet Petra ziek is, maar haar zoontje Tim. Hij heeft de waterpokken en Petra kan hem niet naar de opvang laten gaan. Haar man moet ook werken. En er moet iemand bij Tim thuis blijven.

… LIEVER EEN VAKANTIEDAG OPNEMEN?

Zou Petra misschien een vakantiedag op kunnen nemen? Dan kan ze zorgen voor Tim. Petra heeft hier zelf niet aan gedacht: ze vindt het een goede oplossing. Over twee dagen moet zij weer werken. Ze wil dan graag ook echt weer aan de slag. Ze gaat haar man vragen of hij een vrije dag op kan nemen om voor Tim te zorgen.

BAS WIL VOOR ZIJN ZIEKE MOEDER ZORGEN. HIJ VRAAGT ZIJN WERKGEVER…

De moeder van Bas heeft een levensbedreigende ziekte. Bas wil graag de komende weken bij zijn moeder zijn om haar thuis te verzorgen. Hij kan natuurlijk vakantiedagen opnemen, maar daarvan heeft hij er niet voldoende. Ziek is hij ook niet, dus zich ziekmelden is geen optie.

… OM LANGDUREND ZORGVERLOF.

Daarom vraagt Bas langdurend zorgverlof aan bij zijn werkgever. Hij doet dit schriftelijk en minstens 2 weken voordat zijn verlof ingaat. Zijn werkgever kan het alleen weigeren als hij daar een goede reden voor heeft. Bas kan per 12 maanden maximaal 6 keer het aantal uren opnemen dat hij per week werkt. Tijdens deze periode krijgt hij geen salaris doorbetaald. Wel bouwt hij vakantiedagen op. Zijn werkgever gaat akkoord met het verlof. Bas voelt betrokkenheid en kan nu voor zijn zieke moeder zorgen.

VERTEL UW PERSONEEL OVER VERLOFVORMEN…

Informeer uw personeel op tijd over de verschillende verlofvormen en de daarbij geldende regels. In een lastige, nijpende situatie praten over een vrije dag of verlofvorm? Dat voelt vaak vervelend. Soms komt dit bij personeel verkeerd over. Of raken mensen geïrriteerd. Door het er voortijdig over te hebben, voorkomt u dat mensen zich onterecht ziek melden.

… EN LAAT HEN MEEDENKEN OVER OPLOSSINGEN.

Tip: breng tijdens een werkoverleg verschillende casussen in. En vraag uw personeel mee te denken over oplossingen. Op dat moment voelt niemand zich persoonlijk aangesproken. En is er iemand die overweegt zich onterecht ziek te melden? Dan komt diegene sneller zelf naar u toe met een alternatieve oplossing.

LET OP DE VERANDERINGEN ROND VERSCHILLENDE VERLOFVORMEN!

Per 1 juli 2015 zijn er enkele veranderingen rond de verschillende verlofvormen. Voorheen kon een werknemer enkel langdurend zorgverlof opnemen voor een partner, ouder of een kind. Vanaf 1 juli 2015 kan dat ook voor noodzakelijke zorg voor:

  • grootouders, kleinkinderen, broers en zussen (tweedegraads bloedverwanten);
  • andere huisgenoten dan kinderen of de partner van uw werknemer (bijvoorbeeld een inwonende tante);
  • mensen met wie uw werknemer een sociale relatie heeft (bijvoorbeeld een vriend of een buurvrouw) en die van zijn hulp afhankelijk is.

Deze blog is geschreven in samenwerking met Assist Verzuim en gepubliceerd op 28 mei 2015.

Mooie eerste resultaten met de VAR

Een praktijkvoorbeeld

De VAR is een vragenlijst die werknemers kunnen invullen om de relatie tussen hun psychosociale klachten, werk en privé boven tafel te krijgen. Als arbeidsdeskundige ben ik erg tevreden over de eerste resultaten. Graag leg ik u een recent voorbeeld uit de praktijk voor.

ANNET HEEFT ZICH ZIEK GEMELD: EEN GRIEPJE!

Maar ja, dat griepje duurt nu al twee weken. Ik bied Annet de VAR aan. Eerst lijkt ’t haar niet nodig: er zal vast niks uit komen. Ze besluit de lijst tóch maar in te vullen. En mocht er wat uitkomen, dan voeren we een vervolggesprek, spreken we af.

UIT DE VAR BLIJKT DAT WERK EN PRIVÉ NIET IN BALANS ZIJN.

Er blijkt dus tóch wat aan de hand. Annet en ik zijn in gesprek gegaan. Ze vertelt dat ze twee jaar geleden een tweeling heeft gekregen. Ze is 32 uur blijven werken om samen met haar partner de hypotheek te kunnen betalen. Annet vertelt dat het sinds kort helaas niet meer mogelijk is om de woensdag als vrije dag te plannen. Terwijl ze dat voorheen altijd erg prettig heeft gevonden. Ze werkt nu vier dagen achter elkaar. Dat valt haar zwaarder dan ze had verwacht.

OOK BLIJKT DAT ANNET HET LASTIG VINDT HAAR GRENZEN AAN TE GEVEN.

Zo had ze eigenlijk graag de vrijdag vrij willen hebben in plaats van de maandag. Maar om haar werkgever en haar collega een plezier te doen, heeft ze toch ingestemd met de vrijdag als werkdag. Daarnaast vertelt Annet dat zij naast haar baan elke dag voor het eten zorgt en de kinderen naar bed brengt, zodat haar man kan sporten. Eigenlijk zou ze zelf ook wel eens willen sporten. Maar dit komt er niet van.

SAMEN HEBBEN WE EEN PLAN GEMAAKT OM OP HET WERK EN PRIVÉ HAAR WENSEN TE UITEN.

De volgende dag is Annet al weer gaan werken. Ze had geen griep. Ze was gewoon erg moe. Door het samen maken van een plan kreeg zij nieuwe energie. Annet heeft een coach gekregen om haar te helpen: samen brengen ze meer balans in werk en privé.

ANNET HEEFT ENORME WINST GEBOEKT!

Dat schreef ze me in een bedankmailtje dat ik vanochtend van haar ontving. De reacties op haar werk en thuis waren erg positief. Collega’s en vriendinnen complimenteerden haar dat ze voor zichzelf op kwam. Bovendien heeft ze met haar partner een betere verdeling thuis gevonden. Hij vind het fijn dat hij haar kan ontlasten. Ook geniet hij ervan dat hij voor de tweeling kan zorgen en ze naar bed kan brengen. Hij dacht altijd dat zij hem dat niet toevertrouwde. En gisteren is Annet zelfs weer voor het eerst gaan sporten!

MET DE VAR HEBBEN WE LANGDURIG VERZUIM VOORKOMEN.

Annet kreeg op tijd helder dat ze knelpunten moest oplossen. Was dit niet gebeurd, dan was Annet mogelijk veel langer uit de running geraakt met spanningsklachten.

MEER WETEN?

Wilt u meer weten over de VAR of deze ook voor uw werknemer(s) inzetten, kijk dan bij de productomschrijving onder VAR of neem vrijblijvend contact met mij op.

Deze blog is geschreven in samenwerking met Assist Verzuim en gepubliceerd op 25 maart 2015.

De bedrijfsarts adviseert psychische zorg

Maar volgens mijn huisarts kán ik nog helemaal niet werken. De komende weken moet ik rust houden en daarna zal ’t vast wel weer beter gaan. Ik kan nu nog niet zeggen wanneer ik weer aan het werk ga.’

Susanne heeft zojuist een gesprek gehad met de bedrijfsarts. Ze zit inmiddels twee weken thuis en heeft vermoeidheidsklachten. Dat is niet de eerste keer. De bedrijfsarts heeft haar geadviseerd om een aantal gesprekken aan te gaan met een psycholoog. Ook heeft hij haar aangeraden om per week twee halve dagen te blijven werken.

HUISARTS EN BEDRIJFSARTS VERSCHILLEN VAN MENING

Het komt wel eens vaker voor dat het advies van de huisarts en van de bedrijfsarts van elkaar verschillen. Lastig voor de zieke: wie heeft er nou ‘gelijk’?

BEDRIJFSARTS ADVISEERT WERKGEVER

De bedrijfsarts adviseert Susannes werkgever Fred om haar psychische zorg aan te bieden. Ook bij Fred is er weerstand tegen dit advies. ‘Psychische zorg? Daar zie ik het nut niet van in. Susanne is toch alleen maar een beetje moe? Die moet de komende weken lekker op tijd naar bed en dan is ze zo weer de oude.’

WAT IS DE ECHTE OORZAAK VAN HET VERZUIM?

De bedrijfsarts is van mening dat er meer aan de hand is met Susanne dan ‘alleen een beetje moe’. Hij acht de kans groot dat Susanne over een half jaar weer thuis zit, als zij nu de echte oorzaak niet aanpakt. Het lijkt erop dat Susanne het moeilijk vindt om haar grenzen aan te geven en daardoor met een veel te grote werkbelasting zit. Susanne moet assertiever worden en in gesprek durven gaan met Fred. Het is juist belangrijk om wel aan ’t werk te blijven en het contact met Fred en haar collega’s gaande te houden.

BETAALT DE VERZEKERING DE KOSTEN?

Maar dan heeft Fred nog een punt van weerstand: ‘Ik neem aan dat de zorgverzekeraar van Susanne de kosten van die psychische zorg vergoedt? Zo niet, dan vind ik het nogal een dure grap. Jullie kunnen mij niet garanderen dat die gesprekken ervoor zorgen dat Susanne weer volledig aan het werk kan daarna.’

LOONSANCTIE UWV VOORKOMEN

Uiteindelijk gaan Fred en Susanne beiden toch akkoord met het starten van psychische zorg. De zorgverzekering van Susanne vergoed het grootste gedeelte van de behandelingen. Fred betaalt de rest. Voor een werkgever is het slim om een advies van de bedrijfsarts op te volgen. Dit voorkomt namelijk een eventuele loonsanctie als het UWV oordeelt dat de werkgever te weinig re-integratie-inspanningen heeft gedaan.

VERANTWOORD AAN HET WERK

Ook ziet Fred in dat verzuim ongeveer € 300,- per dag kost. De kosten van psychische zorg wegen niet op tegen een wekenlange verzuimperiode. Zeker als de gesprekken met een psycholoog ervoor zorgen dat Susanne snel weer met een flinke dosis zin en assertiviteit aan het werk kan.

Deze blog is geschreven in samenwerking met Assist Verzuim en gepubliceerd op 5 maart 2013.

Waarom we over zijn van WAO naar WIA

Het grote verschil tussen ‘kan niet’ en ‘kan wel’.
‘Hij zit in de WAO’ is een uitdrukking die je steeds minder hoort. Iemand die vanaf 1-1-2004 arbeidsongeschikt geworden is, heeft nu namelijk te maken met de WIA. Waarom is dat eigenlijk veranderd?

VOOR 2004: WAT KUN JE NIET MEER?

Een timmerman die vóór 2004 last kreeg van zijn rug en zijn eigen werk niet meer kon uitvoeren, werd geheel of gedeeltelijk afgekeurd. En kwam daarmee in een bepaalde arbeidsongeschiktheidsklasse terecht. Er werd vooral gekeken naar wat hij niet meer kon.

De timmerman kwam ‘in de WAO’: de Wet op arbeidsongeschiktheidsverzekering. Hij kreeg een WAO-uitkering. Was hij gedeeltelijk afgekeurd? Dan kreeg hij een gedeeltelijke WAO-uitkering. En een WW-uitkering.

Om een WAO-uitkering te krijgen moest het inkomensverschil van wat hij verdiende voordat hij ziek werd in vergelijking met wat hij nu nog kan verdienen, 15% of meer zijn.

VANAF 2004: WAT KUN JE NOG WEL?

Had diezelfde timmerman in 2004 last van zijn rug gekregen, dan kreeg hij te maken met de WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De naam van de wet zegt het eigenlijk al: er wordt vooral gekeken naar vermogen. Naar wat iemand nog wel kan, dus.

Kan deze timmerman nog gedeeltelijk werken? Op kantoor van zijn eigen werkgever bijvoorbeeld? Of bij een andere werkgever (spoor 2)? Dan krijgt hij een uitkering via de regeling WGA (Werkhervatting gedeeltelijke arbeidsgeschikten). Om een WGA-uitkering te krijgen (die deel uitmaakt van de WIA) moet hij minimaal voor 35% nog werk kunnen verrichten.

Kan hij minder dan 20% van zijn oude salaris verdienen voor de komende 5 jaar of langer, dan krijgt hij te maken met de IVA (Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten).

IS ER NU GEEN WAO MEER?

Jawel. Er zijn nog steeds mensen die een WAO-uitkering krijgen. Die mensen kregen voor 2004 al een WAO-uitkering. En kunnen daar nog steeds aanspraak op maken. Alle andere mensen die sinds 2004 niet meer (helemaal) kunnen werken, kunnen soms een beroep doen op de WIA.

WIE BEPAALT DAT EIGENLIJK?

Wat kan je nog wel? Hoe dan? En waar dan? Een arbeidsdeskundige is gespecialiseerd om hierin een uitspraak te doen. De werknemer en werkgever krijgen adviezen van de arbeidsdeskundige over de stappen die zij kunnen zetten binnen het eigen werk (spoor 1) of bij een andere werkgever (spoor 2). De uiteindelijke mate van arbeidsongeschiktheid en dus het recht op een uitkering wordt beoordeeld door het UWV.

Deze blog is geschreven in samenwerking met Assist Verzuim en gepubliceerd op 22 januari 2015.

Een hele dag praten over verzuim… Saai!

Hans vond verzuim maar gedoe. Het kost veel tijd. En veel energie. Tot hij mijn verzuimtraining volgde. Hij voorkwam dat zijn collega Joris arbeidsongeschikt werd.

Hans had er duidelijk niet zoveel trek in. Met een ongeïnteresseerde houding kwam hij mijn verzuimtraining binnen. Ik zie dat vaker bij leidinggevenden. Een verzuimtraining is voor velen iets ‘wat ook nog moet’. Ik sprak met Hans af dat hij me na afloop eerlijk mocht vertellen wat hij ervan vond.

‘IK WAS BLIJ DAT HET GEEN STANDAARD RIEDELTJE WAS.’

‘Het opfrissen van onze kennis van de Wet Verbetering Poortwachter en de overige wet- en regelgeving was toch wel even nodig. Maar je hebt me vooral laten zien hoe we in onze organisatie verzuim kunnen voorkomen. Door bijvoorbeeld preventief te handelen en gebruik te maken van professionals. Zo heb ik er nooit bij stil gestaan dat schuldenproblematiek, verzuim tot gevolg kan hebben. En dat een interventie op dit gebied langdurig verzuim kan voorkomen. En we moeten toch maar eens starten met het updaten van ons verzuimprotocol, zei ik net tegen mijn collega.’

EEN PAAR WEKEN LATER KWAMEN WE TERUG VOOR EEN PREVENTIEF MEDISCH ONDERZOEK

Hans en zijn collega’s hadden besloten hun medewerkers dit onderzoek aan te bieden. En wat bleek: één van de medewerkers, Joris, zat in een voorstadium van suikerziekte. Hans, Joris, de bedrijfsarts en de arbodienst vormden vervolgens een team. Samen voorkwamen ze dat Joris arbeidsongeschikt zou worden. Het versterkte hun arbeidsrelatie.

‘JE GESPREKSADVIEZEN KOMEN VAN PAS!’

‘Ik merk dat ik beter inspeel op de verschillende gedragsstijlen van mijn medewerkers. Gesprekken over verzuim verlopen daardoor gemakkelijker. Verzuim is een minder lastig onderwerp voor me geworden.’ Dit schreef Hans in een e-mail die ik afgelopen week van hem kreeg.

DAAR WORD IK GELUKKIG VAN!

Weer een leidinggevende die weet te voorkomen dat een werknemer het gevoel heeft dat hij niet ziek mag zijn. Of op de vingers wordt getikt. Het geeft voldoening om werkgevers te leren dat een goed beleid rondom de inzetbaarheid van een werknemer, zoveel ‘gedoe’ kan voorkomen. Ik ben blij dat ik in mijn trainingen de betrokkenheid tussen werkgever en werknemer kan stimuleren.

Deze blog is geschreven in samenwerking met Assist Verzuim en gepubliceerd op 20 oktober 2014.