Berichten

Wat moet je met een onderbuikgevoel?

Je hebt een zieke werknemer. Volgens jouw gevoel is hij echter niet zo ziek als hij zegt. Ik kom ’t in de praktijk niet heel vaak tegen. Maar zo nu en dan komt deze lastige kwestie toch voor. Wat kan je doen met dat onderbuikgevoel?

NIET: RIGOUREUS KORTE METTEN MAKEN

Eerst maar eens de ‘don’ts’. Plompverloren en rigoureus korte metten mee maken in een gesprek is geen goed idee. Stel dat de klachten wel terecht zijn? Dan voelt je werknemer zich niet gehoord. Dat komt jullie relatie niet ten goede. En werkt een langer verzuim enkel in de hand. Wees voorzichtig als je in gesprek gaat.

OOK NIET: AFWACHTEN

Ook niet doen: afwachten en als werkgever met je onderbuik gevoel blijven zitten. Als een ziekmelding maar aanmoddert, loop je als werkgever en werknemer een risico dat je niet voldoet aan je re-integratieverplichting. En ook aanmodderen komt de band tussen werkgever en werknemer nooit ten goede. Ook hier wordt de vertrouwensband beschadigd en het is maar de vraag of jullie samen verder kunnen op het moment dat de er geen sprake meer is van ziekte.

WEL: VOOR BESPREKEN MET DE BEDRIJFSARTS

Wist je dat je als werkgever je onderbuikgevoel met de bedrijfsarts kan spreken? Je kunt dit bijvoorbeeld doen voordat een werknemer een consult heeft. De bedrijfsarts is bevoegd om de werknemer tijdens een consult professioneel te beoordelen en een uitspraak te doen over de mogelijkheden die een werknemer wel of niet heeft. De bedrijfsarts vaart nooit blind op jouw onderbuikgevoel: zijn uitspraken en adviezen moeten altijd goed onderbouwd zijn! Blijkt je gevoel te kloppen? Dan geeft de bedrijfsarts dit aan en kan je aan de hand van dit oordeel het gesprek met je werknemer aangaan. Eventueel ondersteund door bijvoorbeeld een arbeidsdeskundige. Klopt je gevoel niet? Dan zal dat ook blijken uit de terugkoppeling van de bedrijfsarts.

OOK WEL: DESKUNDIGENOORDEEL AANVRAGEN BIJ HET UWV

Heeft de bedrijfsarts aangegeven dat de werknemer echt ziek is? En blijft jouw onderbuikgevoel zeggen dat het allemaal wel meevalt? Dan kun je altijd een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV. Is het UWV het met de bedrijfsarts eens? Dan is het verstandig met dit oordeel mee te gaan. Geeft het UWV inderdaad aan dat het meevalt? Dan is het verstandig de werknemer op te roepen om te komen werken: wat kan hij nog wél doen?

HOE GAAT DAT IN DE PRAKTIJK?

Pas bezocht ik een werkgever en een werknemer die zich had ziekgemeld. De bedrijfsarts oordeelde dat de werknemer een beperking had. Maar uit het arbeidsdeskundig onderzoek bleek dat deze beperking niet voor kwam in het eigen werk. De werknemer kon het eigen werk dus gewoon doen. Het advies was dan ook weer aan de slag te gaan. De werkgever was opgelucht: zijn onderbuikgevoel werd bevestigd. De werknemer voelde zich echter niet gehoord. Hem heb ik gewezen op de mogelijkheid van een deskundigenoordeel. Maar ook de stafarts en de arbeidsdeskundige van het UWV gingen mee in het gegeven advies. De werknemer kon zijn eigen werk gewoon weer oppakken en daarmee was de ziekmelding afgerond.

OOK JE ONDERBUIK ZIT WEL EENS VERKEERD

Spreek gevoelens altijd uit en laat ze door een professional onderzoeken en onderbouwen. Dan weet je altijd dat je er alles aan gedaan hebt wat je kon. En is het advies dan niet wat je verwacht? Toets ze het bij het UWV. Komt de uitkomst weer niet overeen met je gevoel? Leg je er dan ook bij neer. Ook je onderbuik zit wel eens verkeerd!

Deze blog is geschreven in samenwerking met Assist Verzuim en gepubliceerd op 5 oktober 2017.

Waar parkeren we de printer?

Op het bureau. Of eronder. Tussen twee werkplekken in. Weggemoffeld in een hoek.
Ik kom ‘m overal tegen. De printer!

PRINTER BINNEN HANDBEREIK?

In mijn werk als arbeidsdeskundige kom ik bij heel veel verschillende bedrijven. Ik doe regelmatig werkplekonderzoeken. Bij het instellen van en adviseren over een goede werkplek, valt de plek van de printer me steeds vaker op. Velen proberen de printer zo dichtbij mogelijk te plaatsen. ‘Zo kunnen we er makkelijk bij. Handig: hoeven we niet zover te lopen.’ Als je mijn vorige blog hebt gelezen, dan weet je wat ik van dat blijven zitten vind…

OF IS DAT ONGEZOND?

Als ik vraag aan de klant of hij weet wat zo’n printer eigenlijk doet, dan zie ik vaak een schrikreactie.

‘Is een printer ongezond dan?’ Ja, dat kan hij wel degelijk zijn. Printers kunnen verschillende fijnstofdeeltjes uitstoten, die zorgen voor een ongezondere luchtkwaliteit. Daarom zijn er ook strenge eisen gesteld aan het gebruik en plaatsen van printers.

PLAATS DE PRINTER OP AFSTAND

Wil jij jezelf en je collega’s gezond houden? En zorgen dat je werknemer in een gezonde omgeving werken? Kijk dan eens naar de volgende richtlijnen over het gebruik van printers.

Minder dan 5.000 kopieën per maand

Je loopt nauwelijks gezondheidsrisico’s. Je kunt de printer in de werkruimte laten staan.

  • Zorg er wel voor dat de printer op enkele meters afstand van de werkplekken staat: liefst zo ver mogelijk weg.
  • Zorg ervoor dat de uitblaasopening niet op de werkplekken gericht is.
  • Overweeg roetfilters en zorg altijd voor een goede luchtventilatie.
  • Het totale oppervlak van de werkruimte is bij voorkeur meer dan 25 m3.

5.000 tot 50.000 kopieën per maand

  • Plaats printapparatuur in een aparte ruimte. Bijvoorbeeld op de gang of overloop of in een speciale repro ruimte.
  • Zorg voor een goede ventilatie.
  • Het totale oppervlak van de ruimte is bij voorkeur meer dan 50 m3.

Meer dan 50.000 kopieën per maand

  • Richt een speciale reproruimte in met goede afzuiging en koeling.

MEER WETEN OVER GEZONDE WERKPLEKKEN?

Neem gerust contact met mij op.

Deze blog is geschreven in samenwerking met Assist Verzuim en gepubliceerd op 14 april 2016.

Waarom we over zijn van WAO naar WIA

Het grote verschil tussen ‘kan niet’ en ‘kan wel’.
‘Hij zit in de WAO’ is een uitdrukking die je steeds minder hoort. Iemand die vanaf 1-1-2004 arbeidsongeschikt geworden is, heeft nu namelijk te maken met de WIA. Waarom is dat eigenlijk veranderd?

VOOR 2004: WAT KUN JE NIET MEER?

Een timmerman die vóór 2004 last kreeg van zijn rug en zijn eigen werk niet meer kon uitvoeren, werd geheel of gedeeltelijk afgekeurd. En kwam daarmee in een bepaalde arbeidsongeschiktheidsklasse terecht. Er werd vooral gekeken naar wat hij niet meer kon.

De timmerman kwam ‘in de WAO’: de Wet op arbeidsongeschiktheidsverzekering. Hij kreeg een WAO-uitkering. Was hij gedeeltelijk afgekeurd? Dan kreeg hij een gedeeltelijke WAO-uitkering. En een WW-uitkering.

Om een WAO-uitkering te krijgen moest het inkomensverschil van wat hij verdiende voordat hij ziek werd in vergelijking met wat hij nu nog kan verdienen, 15% of meer zijn.

VANAF 2004: WAT KUN JE NOG WEL?

Had diezelfde timmerman in 2004 last van zijn rug gekregen, dan kreeg hij te maken met de WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De naam van de wet zegt het eigenlijk al: er wordt vooral gekeken naar vermogen. Naar wat iemand nog wel kan, dus.

Kan deze timmerman nog gedeeltelijk werken? Op kantoor van zijn eigen werkgever bijvoorbeeld? Of bij een andere werkgever (spoor 2)? Dan krijgt hij een uitkering via de regeling WGA (Werkhervatting gedeeltelijke arbeidsgeschikten). Om een WGA-uitkering te krijgen (die deel uitmaakt van de WIA) moet hij minimaal voor 35% nog werk kunnen verrichten.

Kan hij minder dan 20% van zijn oude salaris verdienen voor de komende 5 jaar of langer, dan krijgt hij te maken met de IVA (Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten).

IS ER NU GEEN WAO MEER?

Jawel. Er zijn nog steeds mensen die een WAO-uitkering krijgen. Die mensen kregen voor 2004 al een WAO-uitkering. En kunnen daar nog steeds aanspraak op maken. Alle andere mensen die sinds 2004 niet meer (helemaal) kunnen werken, kunnen soms een beroep doen op de WIA.

WIE BEPAALT DAT EIGENLIJK?

Wat kan je nog wel? Hoe dan? En waar dan? Een arbeidsdeskundige is gespecialiseerd om hierin een uitspraak te doen. De werknemer en werkgever krijgen adviezen van de arbeidsdeskundige over de stappen die zij kunnen zetten binnen het eigen werk (spoor 1) of bij een andere werkgever (spoor 2). De uiteindelijke mate van arbeidsongeschiktheid en dus het recht op een uitkering wordt beoordeeld door het UWV.

Deze blog is geschreven in samenwerking met Assist Verzuim en gepubliceerd op 22 januari 2015.